Een recent Bloomberg-artikel citeerde de bewering van een MIT-econoom dat AI slechts 5% van de banen kan doen, en waarschuwde zelfs voor een mogelijke economische crash vanwege de beperkingen van AI. Dit perspectief lijkt misschien voorzichtig, maar het mist het grotere plaatje van de transformerende rol van AI in alle sectoren en de gestage uitbreiding ervan naar veel meer dan wat de cijfers suggereren.
Een van de grootste misvattingen over AI is het idee dat het ofwel menselijke banen volledig vervangt of helemaal niets nuttigs doet. In werkelijkheid ligt de kracht van AI in het aanvullen, verbeteren en hervormen van werk in plaats van het alleen maar te vervangen. Zelfs als slechts 5% van de banen vandaag de dag volledig geautomatiseerd zou kunnen worden, worden veel meer beroepen fundamenteel getransformeerd door AI. Gezondheidszorg is een goed voorbeeld: AI kan een arts niet vervangen, maar het kan medische beelden analyseren, afwijkingen signaleren en diagnoses voorstellen met een nauwkeurigheid die artsen ondersteunt. De rol van radiologen evolueert, omdat AI hen in staat stelt om sneller en met meer vertrouwen te werken. Dit is niet alleen een gezondheidszorgverhaal; financiën, recht en marketing zien vergelijkbare verschuivingen. Dus in plaats van ons alleen te richten op vervangen banen, moeten we kijken naar hoeveel banen er veranderen, en dat aantal is veel hoger dan 5%.
De 5%-claim behandelt AI ook alsof het stagneert en beperkt is in omvang. De waarheid is dat AI een algemene technologie is, zoals elektriciteit of internet. Beide technologieën begonnen met beperkte toepassingen, elektriciteitsaangedreven lampen en internet-verbonden onderzoekslaboratoria, maar drongen uiteindelijk door tot bijna elk aspect van het leven en werk. AI bevindt zich op hetzelfde traject. Het lijkt misschien alsof het vandaag de dag maar een klein aantal taken kan uitvoeren, maar de mogelijkheden ervan breiden zich razendsnel uit. Als AI vandaag 5% van de banen automatiseert, kan dat volgend jaar 10% zijn en over vijf jaar nog veel meer. AI blijft verbeteren naarmate machine learning-algoritmen vorderen en nieuwe technieken, zoals zelf-supervised learning, ontstaan.
Een ander probleem met de focus op banen die volledig vervangen kunnen worden, is dat het de echte kracht van AI mist, namelijk het automatiseren van delen van banen, waardoor mensen zich kunnen richten op taken die creativiteit, strategie of interpersoonlijke vaardigheden vereisen. McKinsey schat dat 60% van alle banen ten minste enkele taken heeft die geautomatiseerd kunnen worden. Dit zijn vaak de repetitieve of alledaagse taken, en dit is waar AI immense waarde toevoegt, zelfs als het niet hele rollen overneemt. Bijvoorbeeld, in de klantenservice, behandelen AI-gestuurde chatbots veelvoorkomende vragen snel, terwijl menselijke agenten complexe problemen aanpakken. In de productie voeren robots taken met hoge precisie uit, waardoor mensen zich kunnen concentreren op kwaliteitscontrole en probleemoplossing. AI doet misschien niet de hele taak, maar het transformeert de manier waarop het werk wordt gedaan, wat leidt tot grote efficiëntieverbeteringen.
De angst van economen voor een economische crash vanwege de veronderstelde beperkingen van AI rechtvaardigt ook een nadere beschouwing. Historisch gezien passen economieën zich aan nieuwe technologie aan. AI draagt bij aan productiviteitswinsten op manieren die mogelijk niet direct zichtbaar zijn, en deze winsten compenseren zorgen over het verdwijnen van banen. Het argument dat een gebrek aan AI-gedreven transformatie tot economisch falen zal leiden, lijkt te berusten op een gebrekkige aanname: als AI niet de hele arbeidsmarkt onmiddellijk vervangt, zal het catastrofaal mislukken. Technologische verandering werkt niet op deze manier. In plaats daarvan zullen we waarschijnlijk een geleidelijke herdefiniëring van rollen en vaardigheden zien. Dit vereist investeringen in omscholing, maar het is geen situatie die tot een plotselinge ineenstorting leidt. AI-adoptie zal in ieder geval de productiviteitsgroei bevorderen, kosten verlagen en nieuwe kansen creëren, wat allemaal wijst op economische expansie in plaats van krimp.
AI moet ook niet worden gezien als een monolithische technologie. Verschillende industrieën adopteren AI in verschillende tempo's, met uiteenlopende toepassingen variërend van basisautomatisering tot geavanceerde besluitvorming. Door de impact van AI te beperken tot slechts 5% van de banen, wordt de bredere rol ervan bij het stimuleren van innovatie genegeerd.In de detailhandel bijvoorbeeld hebben AI-gestuurde logistiek en voorraadbeheer de efficiëntie enorm vergroot, zelfs als winkelpersoneel niet massaal door robots wordt vervangen. De waarde van AI is veel breder dan directe vervanging van arbeid, het gaat om het optimaliseren van toeleveringsketens, het verbeteren van de klantervaring en het bieden van datagestuurde inzichten die voorheen niet mogelijk waren.
Het idee dat AI slechts 5% van de banen kan uitvoeren, negeert de echte impact ervan. AI gaat niet alleen over regelrechte vervanging; het verbetert rollen, automatiseert delen van banen en bewijst een algemene technologie te zijn die elke dag krachtiger wordt. Van het aanvullen van menselijk werk tot het automatiseren van alledaagse taken en het stimuleren van productiviteitswinst, de economische invloed van AI reikt veel verder dan het vervangen van banen. Als we ons alleen richten op wat AI vandaag de dag niet kan doen, lopen we het risico de subtiele maar significante veranderingen te negeren die het al teweegbrengt in de beroepsbevolking en die het in de toekomst zal blijven brengen. Het succes van AI gaat niet over het bereiken van een willekeurig doel voor geautomatiseerde banen, maar over hoe goed we ons aanpassen, evolueren en het meeste halen uit een technologie die zich nog maar in de beginfase bevindt van het revolutioneren van onze wereld.